Interview met Hanneke van de Plassche. Zij is uitvaart- en rouwbegeleider en ook auteur van het boek Rouwe Kost.

Dit handzame boekje zit boordevol tips voor zowel nabestaanden als mensen die hen bij willen staan. Het heeft een luchtige uitstraling door de cartoonachtige tekeningen tussen de tekst door. De hoofdstukken zijn gemakkelijk door te lezen. Korte ervaringsverhalen geven mooie inzichten waar mensen mee te kampen hebben gehad en die bij Hanneke in de praktijk als rouwcoach aan de orde kwamen. Boukje Canaan las dit boek en interviewde Hanneke. Lees hieronder het verslag van Boukje.

Verantwoordelijkheid benoemen

Wat mij vooral opvalt in haar teksten is het benoemen van ieders verantwoordelijkheid bij rouw. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van de omgeving om op een prettige manier om te gaan met iemand in rouw. Ook de rouwende zelf kan daar een verantwoordelijkheid in nemen. Ik heb al heel wat boeken gelezen over rouw, maar dit was de eerste keer dat ik als lezer dit onderwerp er zo duidelijk eruit haalde. Misschien wel omdat ik zo bewust wil omgaan met eigen verantwoordelijkheid nemen en dat ik dit ook als een belangrijke waarde aan mijn kinderen mee wil geven.

Teleurstelling en verdriet

Tijdens het gesprek met Hanneke benoemde ik dat het zelf nemen van verantwoordelijkheid mij zo was opgevallen in haar boek. Ze begon daarop te vertellen. “Bij iemand in rouw zijn er soms zoveel teleurstellingen bovenop al een groot verdriet. Teleurstellingen in hoe vrienden en familie soms onvoldoende aandacht voor hen hebben. Sommige rouwenden kruipen gemakkelijk in een met het idee van ‘Dit wordt mij nu ook aangedaan, bovenop mijn verlies’. Ze denken dingen als: ‘Waar zijn al die mensen nu, waar ik eerst mee kon feesten, praten of theedrinken? Waarom kwamen ze eerst langs en nu zijn ze er niet meer?’

Durven vragen

Hanneke geeft aan dat het bij mensen vaak aan energie ontbreekt om zelf over het verlies te beginnen. En verwijten dit soms de ander. Ze waarschuwt: “Je weet nooit precies wat iemand in zijn hart en hoofd beweegt, dus als je steun wilt hebben van specifieke mensen, dan zul je dat moeten (leren) aangeven”. Vaak weten rouwenden niet hoe met de situatie om te gaan. Ze vragen zich af of ze specifieke dingen aan kunnen geven aan hun omgeving. “Kan ik vragen of iemand met me wil gaan eten, omdat ik nu niemand meer heb? Mag ik voorstellen op de koffie te komen, zomaar om met me te babbelen?” Ja dat kan! Hanneke stimuleert mensen graag om dit te durven vragen..

Cultureel bepaald?

Ik vraag Hanneke of dit wellicht cultureel bepaald is. “In het begin van het boek staat al beschreven dat we los zijn komen te staan van de dood en rouw, waardoor we ook onthand en onwennig zijn om te praten met mensen in rouw. In Nederland zie ik de Calvinistische inslag: Kom op, niet bij de pakken neerzitten. Hup, schouders eronder en door! Niet zeuren. Het komt wel weer goed. Deze houding – waarvan we denken dat we die hoog moeten houden – laten we aan de buitenwereld zien. Maar thuis achter de gesloten deur komt dan de pijn en het verdriet naar boven en voelen mensen zich alleen en onbegrepen. Die stoere houding is dus niet bevorderlijk voor je rouwproces en je persoonlijke geluk.”

Zelf initiatief nemen

Een inschatting maken hoe om te gaan met verdriet is voor veel mensen moeilijk. Beide partijen behoren hier verantwoordelijkheid te nemen. Zowel de mensen in rouw als de mensen om hen heen. Wat Hanneke vaak tegen rouwenden zegt is: “Zorg dat je zelf de touwtjes in handen houdt, dat is uiteindelijk veel fijner. Je hoeft dan niet meer af te wachten en te hopen op verwachtingen die niet ingevuld worden. Kies voor jezelf om de steun te ontvangen die jij nodig hebt. Weet dat het kan en ondervind hoe fijn dat is!”
De betrokkenheid en duidelijkheid die Hanneke in het boek en in haar dagelijkse leven aan de kaak stelt helpt mensen ook daadwerkelijk. “Het weten dat je er voor jezelf kunt zijn, geeft opluchting en perspectief. ‘Ik kan het ook weer zelf’. ‘Ik kan dit zelf organiseren’. ‘Ik ga niet wachten tot iets uiteindelijk gebeurt.’ Je bent veel minder afhankelijk van de initiatieven van mensen om je heen.”

handen met rouwkaarten

Foto: Monique van Reisen

Aan de zijlijn van de samenleving

-“Wat was je uitgangspunt om te gaan schrijven?” wil ik van haar weten. “Ik merkte dat we erg verkrampt reageren als we over de dood en rouw spreken”, vertelt Hanneke. “Dat gebeurde al tijdens mijn werk bij een Kinder-Hospice. Hoe warm de zorg daar was voor kinderen stond vaak in schril contrast met de uitvaartzorg. Ik merkte dat de dood en rouw aan de zijlijn van onze samenleving staan. En dat er weinig goede begeleiding hierin was om een goede manier van weer verder leven mogelijk te maken. We moeten leren de verkramping los te laten. En daarvoor moet je om te beginnen meer van rouw afweten.”

Voorzichtig

Hannekes visie was werkelijk al snel gevonden, maar in de praktijk moest ze wel toetsen of het goed is om dit onderwerp open te gooien. Het blijkt goed te zijn om er geen doekjes om te winden, maar mensen moeten wel voorzichtig en met compassie dit onderwerp aansnijden.
“Wat dat betreft gaf de samenwerking met mijn Belgische uitgever een mooie kijk op de zaak. Nederlanders zijn behoorlijk direct, hebben vaak het hart op de tong. Belgen zijn veel behoudender en voorzichtiger. Beleefder ook. Des te verrassender is het dat wanneer het over de dood gaat, over pijn en verlies, we dan opeens niets meer weten te zeggen en liever onze mond dicht houden. Dat is wel een opvallend contrast.”

Ongevraagde adviezen

Toen ik zelf in de rouw was viel me op hoeveel onbeholpen opmerkingen er uit mijn omgeving kwamen. Hanneke: “Ja, dat komt omdat mensen het lastig vinden om het verdriet van een ander te zien. Dat vinden mensen een enorme opgave. Vooral wanneer ze er niets aan kunnen doen, en niet kunnen helpen. Mensen willen graag wat doen en dan gaan ze vaak adviezen geven. Ze geven tips waarvan ze denken dat de persoon in rouw helpt, maar eigenlijk zijn ze hun eigen onvermogen aan het wegpoetsen met opmerkingen die niet helpen. Zoals: ‘Wees blij dat je zo lang bij elkaar was’. ‘Gelukkig is het niet plotseling gebeurd en kon je nog afscheid nemen’. ‘Gelukkig heb je nog een kind’. ‘Ach je bent nog jong en je vindt wel weer een ander’, zijn daar enkele voorbeelden van.

Het verdriet er laten zijn

Hanneke geeft daarom ook tips hoe om te gaan met rouwenden. In het hoofdstuk over hoe je iemand in rouw tot steun kunt zijn, staan zes tips op roze bladzijden.

De eerste tip is echt de belangrijkste: ‘Aanvaard de pijn en het verdriet van iemand in rouw.’

“Aanvaarden is dat je de pijn niet hoeft weg te nemen”, vult Hanneke aan. “Poets het niet weg, maar laat het er zijn. Je kunt er niets aan doen dat een ander verdriet heeft en dat hoeft ook niet. Luister naar het verhaal dat iemand je wil vertellen. Naar het verdriet dat iemand aan je laat zien. En biedt een veilige haven om te mogen vallen en weer op te kunnen krabbelen.”

Ideaal cadeau

Ik heb het gevoel dat ik nog heel lang met Hanneke over dit onderwerp en haar boekje kan praten. Echter heb ik liever dat je zelf de moeite neemt om dit krachtige, handzame boek te kopen en te lezen. Het leest prettig, geeft heldere uitleg in korte hoofdstukken met afwisselend de geinige tekeningen en korte ervaringsverhalen. Nuttig voor iemand die met de dood te maken krijgt of voor diegene die de ander daarin wil steunen. Leer meer over rouw en maak de wereld begrijpelijker wanneer het gaat over pijn en verlies. Een ideaal cadeautje aan de ander of jezelf.

Bestel Rouwe kost op bol.com >>

Jouw reactie

Herken je iets in bovenstaand verhaal? Heb je zelf in een moeilijke situatie gezeten? En hoe heb je het opgelost? Daar ben ik heel benieuwd naar. Het zou fijn zijn als je het met ons zou willen delen en hieronder een reactie achterlaat.

Ken je het boekje al, dan is het fijn om te lezen wat jij ervan vond.